We hebben het in onze vorige blogs al gehad over de alvleesklier en ziekten zoals diabetes en pancreatitis die verband houden met dit orgaan. In deze blog gaan we het hebben over een andere, eerder zeldzame aandoening, namelijk exocriene pancreasinsufficiëntie of kort gezegd EPI.
Men spreekt over EPI wanneer er onvoldoende of geen verteringsenzymen worden geproduceerd door de alvleesklier. Dit leidt tot verteringsproblemen waarbij de vertering van vet het meeste problemen oplevert. EPI is een zeldzame aandoening maar komt vaker voor bij honden (en vooral bij Duitse herders) dan bij katten.
Exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI) kan:
De symptomen van een ongecompliceerde EPI, dus EPI zonder andere onderliggende aandoening zijn:
Bij katten en honden waarbij EPI ontstaat ten gevolge van een chronische alvleesklierontsteking kunnen de symptomen van pancreatitis, (braken, koorts, lusteloosheid) de symptomen van EPI maskeren.
De diagnose wordt gesteld aan de hand van een zeer specifieke en gevoelige bloedtest namelijk een canine of feline TLI (trypsin-like immunoreactivity) test. Deze test meet de hoeveelheid verteringsenzymen (trypsinogeen en trypsine) in het bloed. Het is belangrijk dat deze test NUCHTER (minstens 8 uur) gebeurt. Enzymen die aan het voer toegevoegd worden interfereren niet met de test. Voor katten zal het bloedstaal naar het buitenland gestuurd moeten worden omdat de test bij ons niet uitgevoerd wordt.
De elastase test op ontlasting is een gevoelige maar geen specifieke test. Dit betekent dat hoge waarden EPI uitsluiten terwijl er bij lage waarden een bijkomende bevestiging nodig is aan de hand van de cTLI test.
Dysbacteriose en een tekort aan vitamine B12 zijn beide complicaties die frequent voorkomen bij EPI en die ervoor kunnen zorgen dat dieren met EPI onvoldoende reageren op de enzymsupplementatie.
Dysbacteriose of bacteriële overgroei ontstaat doordat bacteriën de onverteerde voedselresten gebruiken als voeding waardoor ze zich sterk kunnen vermeerderen. Een tekort aan vitamine B12 ontstaat door de slechte absorptie ervan doordat de darm aangetast is en doordat er teveel bacteriën in de darm aanwezig zijn die het vitamine B12 opgebruiken. Bij een tekort aan vitamine B12 zal de darm zich onmogelijk kunnen herstellen en zullen dus ook de klachten niet verbeteren. Dieren met een vitamine B12 tekort hebben vaak bloedarmoede wat dan weer gepaard kan gaan met andere klachten zoals sloomheid.
De belangrijkste component van de behandeling is het supplementeren van alvleesklierenzymen. Dit kan door:
Bovendien zal vaak gestart worden met:
Daar is helaas geen duidelijk antwoord op. De voeding die voor het ene dier met EPI goed is, is voor het andere dan weer alles behalve ideaal. De juiste voeding vinden kan dus een zoektocht worden. Wel zijn er bepaalde algemene richtlijnen die je kunnen helpen.
De levensverwachting en kwaliteit van dieren met een ongecompliceerde vorm van EPI is heel goed mits de dieren correct behandeld worden, ook voor eventuele samenhangende complicaties. Indien je huisdier onvoldoende reageert op de therapie laat dan zeker en vast een vitamine B12 bepaling uitvoeren en vraag aan je dierenarts of een behandeling voor een eventuele bacteriële overgroei aan de orde is.
De informatie op deze website is uitsluitend bedoeld voor algemene informatieve doeleinden en mag niet worden opgevat als medisch advies of als vervanging van advies van een dierenarts.
Wij zijn wettelijk beperkt in het geven van gezondheidsclaims of medische indicaties over het gebruik van voedingssupplementen. Voor persoonlijk advies over het gebruik van onze producten, afgestemd op jouw specifieke situatie en behoeften, nodigen wij je uit om contact met ons op te nemen. Onze deskundigen staan klaar om je te helpen met vragen.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Ontvang de beste aanbiedingen en persoonlijk advies.